Artikel 490b
- 1Indien een pandhouder krachtens zijn pandrecht heeft geëxecuteerd en er beperkt gerechtigden of beslagleggers zijn als bedoeld in de derde volzin van artikel 253, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt het daar bedoelde overschot dat van de netto-opbrengst na afhouding van het aan de pandhouder krachtens zijn rang toekomende is overgebleven, aan hen uitgekeerd overeenkomstig hetgeen zij en de pandgever omtrent de verdeling daarvan zijn overeengekomen. 2 Is op het tijdstip dat de pandhouder tot uitkering kan overgaan, nog geen overeenstemming omtrent de verdeling bereikt, dan stort de pandhouder de opbrengst tot tenminste het
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.