Artikel 282
- 1Op eensluidend verzoek van de voogd en een ander die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, kan de rechter bepalen dat de voogdij door hen gezamenlijk wordt uitgeoefend. 2Voor de duur van de gezamenlijke uitoefening van de voogdij worden beide in het eerste lid bedoelde personen als voogd aangemerkt. 3Het verzoek wordt afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd. 4Gezamenlijke uitoefening van de voogdij is niet mogelijk ten aanzien
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.