Om de gevolgen van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer te regelen, sluiten partijen een beëindigingsovereenkomst. Deze overeenkomst bepaalt onder meer dat de werknemer de onderneming van de werkgever niet meer mag betreden. Tevens staat in de overeenkomst dat bij overtreding van verboden uit de beëindigingsovereenkomst de werkgever aanspraak maakt op een boete van € 4.537,80 (ƒ 10.000,-) per overtreding. Na overtreding van het betredingsverbod van de werknemer, vordert de werkgever een boetebedrag. Op 7 februari 2002 oordeelde de Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Gouda, over deze vordering.