Zeven werknemers zijn in aanmerking gebracht voor een zogenoemde deeltijd- WW-uitkering. De uitkeringen werden betaald via de werkgeefster, hiertoe gemachtigd door de werknemers. Achteraf is gebleken dat de uitkeringen ten onrechte zijn toegekend. Het Uwv vordert de uitkeringen terug van de werkgeefster. Dat is niet juist volgens de Centrale Raad van Beroep. De werknemer is juridisch bezien de rechthebbende van de uitkering. De tekst van de terugvorderingsbepaling, artikel 36 WW, laat geen andere interpretatie toe. Dat de memorie van toelichting iets anders zegt is niet relevant. Als het Uwv nu toch de terugvorderingen gaat indienen bij de werknemers, hebben zij
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.